Op 15 juli overleed Leonard Retel Helmrich (Tilburg, 1959), de meest briljante Nederlandse documentaire filmmaker van zijn generatie, tweevoudig winnaar van zowel de Joris Ivens Award als de filmprijs van het Sundance festival. Met zijn zelf ontworpen camera en nieuwe cameravoering – de ‘single-shot-cinema’- heeft hij de filmtaal en filmbeleving blijvend veranderd.

 

Leonard Retel Helmrich was zich zeer bewust van de documentaire traditie, bekeek de klassiekers van zijn voorgangers, zoals Joris Ivens, John Grierson en anderen, en selecteerde daaruit wat hij zinvol vond om de filmtaal te vernieuwen. Niet een buitenstaander zijn, maar ‘een binnenstaander’, zo zei hij in een interview in maart 2013 in een interview met André Stufkens (zie hieronder). ‘Onder de huid kruipen van mensen’ en hun emoties vertalen naar beelden, daarvoor bezat Retel Helmrich een zeldzame sensitiviteit; ‘het gaat in alles om de mens’. Bestaande filmapparatuur was daarvoor ontoereikend, zo vond hij; met eenvoudige middelen, bamboe, ijzerdraad, een fietswiel, knutselde hij een lichte en verreikende camera in elkaar om een zogenaamd ‘crane shot’ te maken, evenals een beugel camera voor vloeiende camerabewegingen. Die simpele apparaten werden allengs steeds professioneler en worden wereldwijd gebruikt, mede dankzij lessen en workshops die de Nederlander overal ter wereld verzorgde. Met de zeer lichte steady-beugel-camera met breedhoeklens, die met een tip van de vingers te bedienen valt en als een vlieg sierlijk door de ruimte opnames kan maken, kon hij veel dichter op mensen filmen dan je in de dagelijkse omgang zelf normaal gesproken komt. De op deze manier opgenomen filmbeelden veranderen je waarneming van mensen, van dieren en landschappen fundamenteel. Je komt ongewoon dichtbij, de intensiteit is sterker en de beleving van de gevoelens van mensen diepgaander. Storende montagebreuken worden zoveel mogelijk vermeden, waardoor er een soepele, natuurlijke kijksensatie ontstaat. ‘Kijken met je handen, voelen met je ogen’, zo omschreef hij zelf zijn methode van filmen.    

Het gebruik van die nieuwe technieken waren geen technisch trucje, maar hadden inhoudelijke betekenis. Leonard Retel Helmrich slaagde erin de meest alledaagse en triviale beelden niet alleen een ongewone schoonheid mee te geven, maar ook een betekenis en een extra lading die het verhaal op een hoger plan brengen. Hij had een zesde en zevende zintuig voor beeldpoëzie. Het kat en muisspel bijvoorbeeld tussen christenen en moslims in Indonesië werd letterlijk vertaald naar spannende beelden van een grote rat en kat die elkaar als gelijken achterna zitten. De overgang van een christen naar de inwijding in een moskee, een initiatie en transitie, wordt verbeeld in een duizelingwekkend shot waarbij de jonge man via een metershoge smalle spoorbrug over een vallei naar de overkant loopt, zonder reling of ander houvast. De filmmaker liep achter hem, met gevaar voor eigen leven, met de camera op een bamboestok. Beroemd en onnavolgbaar is het shot van een jongen die kleren steelt en door de smalle steegjes van Djakarta rent waarbij de subjectieve camera eerst achter hem aan gaat en van achteren volgt, dan met de camera over hem heen vliegt en vervolgens van voren filmt. ‘De camera door de lucht gegooid’, zo luidde de simpele oplossing van de filmmaker zelf voor deze unieke filmsequentie.

Leonard Retel Helmrich heeft de documentaire filmkunst als onafhankelijke filmmaker, met medewerking van zijn zus Hetty Naaykens-Retel Helmrich (scenarist, producent en filmmaker), op een hoger niveau getild. Hij nam jaren de tijd om het onderwerp zich eigen te maken en in alle rust te verfilmen. Daar waar commerciële opdrachtfilms tegenwoordig meestal in zo kort mogelijke tijd moeten worden afgerond, volgde hij met de camera een Indonesisch gezin elf jaar lang voor zijn vele malen bekroonde filmdrieluik Stand van de zon (2001), Stand van de maan (2004) en Stand van de Sterren (2010). De dagelijkse worsteling om het bestaan, om eten, om werk en de strijd tussen de geloven van een grootmoeder en haar kleinkinderen, maak je als filmkijker mee alsof je deel uitmaakt van het gezin en zelf in het huishouden meedraait. Het is geen ‘fly-on-the-wall’ methode en wordt nergens saai, de unieke camerastijl tilt de alledaagse werkelijkheid naar een veel hoger plan, met een universele politieke, sociologische en spirituele betekenis.

De filmmaker had naast zijn drang naar technische vernieuwing en een hoge mate van visuele gevoeligheid tevens de moed om zich in heftige situaties te begeven. Hij mengde zich tussen de opstandige studenten tijdens de fel neergeslagen demonstraties in Djakarta, bezocht een terrorist in de gevangenis en volgde een jaar lang vrouwen in een Syrisch vluchtelingenkamp.
Omdat Leonard Retel-Helmrich geloofde dat alles met alles verband hield kon hij in filmbeelden als geen ander visuele relaties leggen tussen natuur, mens en kosmos. De openingsbeelden van Stand van de sterren bijvoorbeeld laten sterren aan de nachtelijke hemel zien, die langzaam overgaan in dauwdruppels in het daglicht van een rijstveld, dat zo wezenlijk is voor het dagelijks voedsel van de hoofdrolspelers.   

Zes jaar geleden werd hij getroffen door een hartstilstand en hersenbloeding, waardoor het filmen onmogelijk was geworden. Daarmee kwam een ruw en veel te vroeg einde aan een zeldzaam filmkunstenaarschap.  


Interview met Leonard Retel-Helmrich, maart 2013. Ivens Magazine 18. 

Nederland kent al vier generaties lang een bijzonder rijke traditie van documentaire filmmakers. Het sluit naadloos aan bij de nog veel langere traditie in de beeldende kunsten.
Naast verschillen vallen de overeenkomsten tussen Joris Ivens uit de pioniersperiode en Leonard Retel-Helmrich van de vierde generatie op. De ontembare drang om een nieuwe filmtaal te creëren door nieuwe technieken uit te proberen. Joris Ivens bedacht in 1927/1928 een filmkarretje met excentrische as om met een camera het lopen van een mens filmisch na te bootsen. Of een camera met rubberkap waarmee hij de zee kon inlopen om de golfslag meer confronterend weer te geven. Nog zo’n experiment: een camera met periscoop om dichtbij regendruppels en regenplassen van het plaveisel te kunnen filmen.
Met de destijds nieuwe, kleine en lichte Kinao filmcamrea, kon zonder een driepoot, los uit de hand zwenkende bewegingen op straat worden gemaakt of spannende vogelvluchtperspectieven van bovenaf. De eerste stappen van een nieuwe kijkervaring.  

Daarnaast valt op dat beide filmmakers archetypen filmen, beelden die het lokale en tijdelijk overstijgen. Beide gebruiken dieren als metafoor om het verhaal te vertellen, zoals de sequentie van de paarden in …à Valparaiso (1963): met luxe paarden op de renbaan, magere paarden voor de slacht en ezels die allerlei huisraad de trappen op naar boven sjouwen wordt de maatschappelijke ongelijkheid in de havenstad op een andere manier verteld.  
Vormen van gemeenschapszin en solidariteit spelen een wezenlijke rol. Bij Retel-Helmrich is dat de familie, de buren, de wijk in Djakarta, de vissersgemeenschap op de boten en thuis, bij Ivens de boerencoöperaties, de arbeiders in de vakbonden. 
Zowel Ivens als Retel-Helmrich slagen er in met een mechanisch apparaat beeldpoëzie te creëren. Een doods- en koud stalen object als de hefbrug in Rotterdam wordt door de camerabewegingen en standpunten van Ivens omgetoverd in een levend object.
Opvallend is tevens het hybride karakter van de documentaires van beide, die een narratieve structuur hebben die sterk op speelfilm lijkt, maar waarin niet geacteerd wordt.
 

<<

Adresgegevens

 

  • Bezoekadres:
    Tweede Walstraat 19,  Nijmegen


 


  • Postadres:
    Tweede Walstraat 19
    6511 LN Nijmegen

Contact

 

  • 06 539 60 552
     


 

Social Media

Ivens.nl Archief

Films:

83 Items

Fotos:

5695 Items

Documenten:

29572 Items

Bibliografieën:

678 Items

Affiches:

212 Items