Op 17 maart toont het Oostenrijks Filmmuseum een filmprogramma over reclamefilms van avant-gardekunstenaars als Hans Richter, Joris Ivens en Johann Lurf.
Veel avant-garde kunstenaars werkten tegelijkertijd voor niet-commerciële opdrachtgevers, zoals vakbonden en ideële clubs, als voor commerciële opdrachtgevers. Sterker nog, de vele vernieuwingen van de avant-garde in zowel vormgeving als distributie zijn tot stand gekomen in opdracht van bedrijven. Philips-Radio (1931) is daar een goed voorbeeld van: het is de eerste geluidsfilm van Nederland en zowel in narratief als vormgeving avant-gardistisch. Voor reclamedoeleinden bleek het nauwelijks geschikt. Dat geldt voor alle bedrijfsfilms van Ivens: hij wist voor zichzelf zoveel vrijheid te creëren, dat de films eerder experimenteel en persoonlijk zijn, dan geschikt voor reclamedoeleinden. Zie voor programma:http://www.filmmuseum.at/jart/prj3/filmmuseum/main.jart?rel=en&reserve-mode=active&content-id=1219068743267&seldate=2013-03-17&curdate=2013-03-17