Waarom heeft Nederland zoveel uitstekende schilders en documentaire filmmakers voortgebracht? De Duitse filmhistoricus Thomas Tode probeert in een nieuw artikel - in navolging van anderen - een antwoord te geven op die vraag. Volgens hem liep Joris Ivens voorop in de weergave van natuurelementen, zoals het befaamde Nederlandse licht, de wind of water in al zijn gedaantes: rivieren, regen, wolken. Het begon al vroeg in zijn loopbaan met Études des mouvements à Paris (1927), De brug (1928), Branding (1929), Regen (1929), Wij bouwen (1929), Zuiderzeewerken (1930), Nieuwe gronden (1933) en zou voortdurend terugkeren tot aan het einde van zijn loopbaan in Pour le mistral (1965) en Une Histoire de vent (1988). Zoals zijn voorgangers in de Nederlandse kunst al in de 17e eeuw deden.

 

Niet voor niets zagen filmhistorici in de openingsbeelden van The Spanish Earth (1937) met de voorbij drijvende wolkenpartijen invloeden van landschapsschilders als Jacob van Ruisdael. Het schilderij De molen bij Wijk van Duurstede (1670) van zijn hand hing bij Ivens in reproductie aan de muur. Ivens zelf benadrukte regelmatig dat zijn inspiratie niet zozeer van andere filmmakers kwam, maar van de visuele gevoeligheid van zijn schilderende collega’s uit de Gouden Eeuw, of van Breughel en Van Gogh.
Nederlandse kunstenaars zouden uitblinken in ‘Der Beschreibung der Dinge’ (Hans Belting, 2013), een karakeristiek die Svetlana Alpers overigens al in 1984 muntte in haar boek over de 17e eeuw in de Gouden Eeuw: The Art of Describing. Met name ‘het zien’ van de uiterlijke werkelijkheid zou juist in Nederland met haar vooraanstaande 17e eeuwse lenzenmakers (Lipperhey, Jansen, Huygens en Van Leeuwenhoek) hoog ontwikkeld zijn. Scherpe, objectieve observatie zou tot dito registratie en verbeelding van de fysica lijden. Gelukkig geeft Tode aan dat deze befaamde traditie van realisme nooit beperkt bleef tot een bijna tactiele registratie van de realiteit leidde, maar wel degelijk betekenissen meekreeg.

Joseph Beuys gaf ooit een mooie verklaring voor het feit dat het Nederlandse licht een zo opvallend doordringende kracht uitstraalde. De vele waterpartijen, de delta van rivieren en meren, zouden als spiegels dienen die het licht reflecteerden en extra versterkten. Met de inpoldering van de IJsselmeerpolders zou het gedaan zijn met die spiegelwerking.
Tode laat zien sinds de Filmliga en filmavant-garde in de jaren twintig en dertig Nederlandse filmmakers opvallend veel films afleverden, waarin net als bij Ivens het Nederlandse licht en de natuurelementen de hoofdrol spelen: Gerard Rutten (Dood water, 1934), Herman van der Horst (’t Schot is te boord!, 1950/51), Bert Haanstra (Panta Rhei, 1951/52), Joop Huisken (regie-assistentie, Lied der Ströme, 1953/54), Johan van der Keuken (De platte jungle, 1978) tot Pieter-Rim de Kroon (Hollands Licht, 2003). Een traditie, die in de Duitse filmcultuur grotendeels ontbreekt, zo stelt Tode, omdat daarin acteurs, oftewel het speelfilmelement, veel nadrukkelijker aanwezig is.
Desondanks vraagt Tode zich af of niet een ander aspect van de Nederlandse visuele cultuur minstens zo kenmerkend is: haar internationale karakter. Nederland is zo’n klein land dat kunstenaars wel gedwongen zijn om geografische grenzen te doorbreken en daarmee tegelijkertijd mentale en culturele grenzen. Ook daarin is Ivens een voorbeeld voor de vele documentaire filmmakers die na hem kwamen: hij beschouwde de wereld als zijn filmstudio.
Tode’s artikel is onderdeel van een boek over de betrekkingen tussen de Nederlandse en Duitse filmkunst. Hij belicht een tot op heden 'onbekende' medewerking van Helen van Dongen, Ivens’ montageassistente, in 1934 aan een film van de Duitse filmmaker Hans Richter Daily Life. Echter: Bert Hogenkamp berichtte al over deze samenwerking tussen Van Dongen en Richter in Ivens Magazine nr. 10 (2004), p. 23: '..she was fully occupied with the editing of Richter's film Daily Life (although it would remain unfinished). 

Thomas Tode, ’Das Licht Hollands. Austausch zwischen niederländischer und deutscher Film-Avantgarde’, in Swenja Schiemann en Erika Wottrich (redactie) Grenzüberschreitende Licht-Spiele
Deutsch-Niederländische Filmbeziehungen (München: edition text + kritik im Richard Boorberg Verlag GmbH & Co KG, 2021)

<<

Adresgegevens

 

  • Bezoekadres:
    Tweede Walstraat 19,  Nijmegen


 


  • Postadres:
    Tweede Walstraat 19
    6511 LN Nijmegen

Contact

 

  • 06 539 60 552
     


 

Social Media

Ivens.nl Archief

Films:

83 Items

Fotos:

5695 Items

Documenten:

29572 Items

Bibliografieën:

678 Items

Affiches:

212 Items