De Nederlandse Hanns Eisler Stichting organiseert op zaterdag 28 (Amsterdam) en zondag 29 (Hilversum) september de EislerDagen. Met een vol en divers programma waarin de vele genres en muziekstijlen van Eisler de hoofdrol spelen, met twee Ivensfilms, archiefmateriaal en ronde tafelgesprek komt Eislers' werk tot leven. Vertoond worden: Regen (Ivens/Franken, 1929, muziek van 1941) en Nieuwe Gronden (Ivens, 1933). Voor meer info en kaarten: http://www.hannseislerstichting.nl/
WIE WAS HANNS EISLER?
Hanns Eisler leefde van 1898 tot 1962. Hij heeft gewoond in Wenen, Berlijn, vluchtte in 1933 naar de VS en keerde terug naar Berlijn-DDR. Zijn leven werd gekenmerkt door twee wereldoorlogen, anti-fascismestrijd, vluchtelingschap en dictatuur.
Hij was een leerling van Arnold Schönberg en componeerde muziek voor de arbeiders, filmmuziek, liederen, kamer-en orkestmuziek, en muziek voor theater. Hij werkte samen met vele kunstenaars van zijn tijd, zoals Bertolt Brecht, Erich Weinert, Josef Losey, Kurt Tucholsky en vele anderen.
Filmmuziek
Joris Ivens en Hanns Eisler waren beide in 1898 geboren en volwassen geworden in de turbulente periode na de Eerste Wereldoorlog. Ivens nodigde Eisler in 1932 uit om de muziek te schrijven voor zijn film Komsomol (1933) over de jeugd in Magnitogorsk, die meehielp bij de bouw van de hoogovens. De componist verliet Berlijn om ter plekke in de harde omstandigheden van de uit de grond gestampte Russische industriestad ideeën op te doen voor de partituur. Enthousiast werd hij toen hij een Kirgieze steppebewoner ontdekte die traditionele muziek speelde op een fluit gemaakt van een metalen pijp. Over de schaduwzijde van de USSR lieten beide zich ook later niet uit.
Hun samenwerking kreeg een vervolg in 1933, toen Eisler Ivens bezocht in Parijs, waar de filmmaker de laatste hand legde aan Nieuwe Gronden. Mogelijk is het derde, politieke deel met een harde aanklacht tegen de crisis, de speculatie met voedsel en de hongersnoden, mede ingegeven door Eisler. Het idee van de zakkensmijters, een stuk re-enactment over het overboord gooien van graan, zou, evenals de bijbehorende lied, van Eisler zijn.
Eisler en Ivens ontmoetten elkaar weer in de Verenigde Staten waar Eisler, communist en Jood, als exile naar was uitgeweken. Beide waren gefascineerd door de Hollywood filmindustrie en een verblijf in de buurt van de filmstudio’s bracht hen dan ook bij elkaar voor een derde muziekscore, voor de lange documentaire The 400 Million. In deze filmmuziek paste Eisler voor het eerst de 12-toonstechniek van zijn leermeester Schönberg toe.
Toen Eisler door de Rockefeller Foundation werd gevraagd een onderzoek te doen naar filmmuziek verzocht hij Ivens om toestemming voor een experiment door muziek te schrijven bij de oorspronkelijk zwijgende film Regen uit 1929. Het resulteerde in de compositie 'Fourteen Ways to Describe Rain' ('Vierzehn Arten die Regen zu beschreiben'), dat wel als Eislers’ beste kamermuziekstuk wordt beschouwd en nog regelmatig wordt uitgevoerd.
Na de oorlog woonden Eisler en Ivens korte tijd samen in het bevrijde Praag, voordat Eisler definitief terugkeerde naar Oost-Duitsland.