Op 28 maart, tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van The Society for Cinema and Media Studies (SCMS), zal de 'Katherine Singer Kovács Book Award' voor uitzonderlijke wetenschappelijke prestaties op het gebied van cinema en media studies worden uitgereikt aan prof. Thomas Waugh voor zijn magistrale boekwerk The Conscience of Cinema. The Works of Joris Ivens, 1912-1989’. Het is dé ultieme erkenning uit de academische wereld voor de intellectuele kwaliteit en levendigheid van dit eerste boek over het complete filmoeuvre van Joris Ivens.
The Society for Cinema and Media Studies (SCMS) is de belangrijkste academische organisatie in de VS (met ruim 3.000 leden wereldwijd) die zich bezig houdt met het bevorderen van het bredere begrip van film, televisie en media door middel van onderzoek en onderwijs, gebaseerd op de hedenaagse traditie van geesteswetenschappen. De jaarlijkse conferentie en prijsuitreiking zal op 28 maart plaatsvinden.
Onnodig om te melden dat prof. Waugh zeer verguld is met deze prestigieuze prijs. Het schrijven van dit boek van 780 pagina's is min of meer een levenswerk, want Waugh begon er al mee tijdens zijn studie. Zijn proefschrift uit 1981 analyseerde al op een opmerkelijk niveau het filmoeuvre van Joris Ivens tussen 1926 en 1946. Afgelopen jaren heeft Waugh dit uitgebreid naar alle films van Ivens tussen 1912 en 1989. Zijn teksten en ideeën over Ivens zijn briljant, onthullend en provocerend. Hij verkent met veel nuance het gehele spectrum op alle werelddelen en gedurende alle periodes van Ivens' film carriere en de politieke documentaire en zijn context.
Dit boek wordt gepublcieerd in de 'Framing Film' boekenserie van de Amsterdam University Press en EYE, het onderwerp moet dan ook verband houden met het filmarchief van het EYE Filmmuseum. Met deze serie wil de Amsterdam University Press en EYE de academische onderzoeksgemeenschap steunen, en tegelijkertijd de praktische werkers in archieven en film restauratie. Voor zijn boek heeft Waugh lange tijd onderzoek gedaan in het Joris Ivens Archief in Nijmegen. André Stufkens van de Ivens Stichting en Bill Nichols schreven het voorwoord.