Het aantal fictieboeken over The Spanish Earth stapelt zich op. Opnieuw is een roman verschenen, waarin Ivens’ documentaire over de Spaanse Burgeroorlog centraal staat, geschreven door de Britse auteur James Kellen met de titel ´Hemingway´s Spanish Earth´. Het verhaal volgt de opname- en montagedagen van de film, van 27 februari 1937 tot en met 8 Juli 1937.
De Duitse geheime dienst
Op 27 februari ontmoette de Amerikaanse schrijver Ernest Hemingway voor de allereerste keer Joris Ivens. In Café ‘les Deux Magots’ in Parijs spraken ze met elkaar af dat ze zouden samenwerken bij het verslaan in film en reportages van dit voorspel van de Tweede Wereldoorlog. Hiermee zouden ze geld ophalen voor een campagne om ambulances ter beschikking te stellen van de wettige regering. De roman eindigt op 8 juli als Hemingway, zijn minnares Gellhorn en Ivens op het Witte Huis voor het eerst de film vertonen aan president F. D. Roosevelt en zijn vrouw Eleanor.
De roman ‘Hemingway’s Spanish Earth’ is prima geschreven en is geen herhaling van andere boeken over dit onderwerp. Kellen introduceert een nieuw aspect dat in voorgaande teksten over The Spanish Earth ontbrak: de invloed van de Duitse geheime dienst. Kellen ontdekte dat admiraal Wilhelm Canaris, hoofd van de ‘Abwehr’ (de geheime dienst van het Nazi-leger) in 1937 tenminste drie keer naar Spanje is geweest om generaal Franco te steunen met contraspionage activiteiten. Canaris sprak vloeiend Spaans en was er in geslaagd zowel Nazi-Duitsland als Fascistisch Italië te betrekken in het oorlogsgeweld door directe en grootschalige militaire steun aan Franco’s rebellenleger. Het volgende primaire doel van Canaris was om de Russische legeradviseurs in Spanje in diskrediet te brengen door vervalste documenten te verspreiden. Kellen maakt het plausibel dat vanwege de Duitse geheime dienst filmmateriaal, auto’s en andere spullen van Ivens’ filmgroep werden gesaboteerd, hoewel daar geen rechtstreeks bewijs van is. Kellen: ‘There is no evidence for deliberate sabotage during the making of The Spanish Earth but it is true that the team had mechanical problems with both cars and cameras on several occasions.’ Het gebruik van verouderd materiaal is natuurlijk ook een optie voor het herhaaldelijke falen van deze spullen, maar tot op heden is de daadwerkelijke invloed van de Duitse geheime dienst en contraspionage over het hoofd gezien. In een ‘Author’s Note’ legt Kellen dat zijn roman fictie is. ‘It uses real characters and real situations, but I have treated them as a novelist, not as a historian. Almost all the people named in this text existed and were in Spain at the times described’.
Ondanks de juistheid van de meeste historische details, de overtuigende, maar weinig diepgaande dialogen en het prettige tempo van het verhaal wordt Kellen’s geteisterd door een flink aantal ongelooflijke (type) fouten. Is het Hemingway of Hemmingway, Kock of Koch?, vraagt de lezer zich verbaasd af.
Een labyrint of feit & fictie
Het politieke labyrint van de Spaanse Burgeroorlog veroorzaakte in zijn nadagen tot aan vandaag de dag een enorm aantal publicaties, die een zelfde labyrint vormen met net zoveel tegenstrijdige standpunten als destijds. De zaak van de beroemde foto van Robert Capa, getiteld The Fallen Soldier, bewijst hoe langdurig en diepgaand de controverse kan zijn over een kunstwerk van deze oorlog waarvan men betwist of het feit of fictie is.
Vanaf het allereerste begin van Ivens’ film in 1937 trok het de aandacht van auteurs die allerhande reportages en romans schreven over dit onderwerp. Natuurlijk was Hemingway zelf de eerste die zijn bekende ‘Dispatches’ schreef voor Amerikaanse kranten en tijdschriften met vrij betrouwbare verslagen van wat hij ter plekke zag, beleefde en dacht. Een aantal van deze ‘Dispatches’ verhalen van de opnames van deze film, waarin Hemingway een actieve rol speelde. Ook de schrijver John Dos Passos schreef een aantal teksten over zijn bijdrage aan de film. Zijn eerste verhaal beperkte zich tot ‘The Irrigation Project’, ook wel ‘Socialist Reconstruction’ genaamd (in het boek ‘Journey between Wars’, 1938). Dit gaat over de boerenrevolutie in Fuentedueña, een dorp op de heuvels bij de rivier de Taag, onder Madrid, dat Ivens vond en nodig had om zijn verhaal over de militaire verdediging van Madrid te verbinden met de sociale revolutie op het platteland. In deze korte tekst van Dos Passos wordt de film weliswaar niet genoemd, maar het levert een mooie achtergrond en context over de scènes die in Fuentedueña door Ivens, Ferno en Dos Passos werden opgenomen. In de grotere romans, die zowel Hemingway als Dos Passos kort na hun verblijf in Spanje schreven, ‘For Whom the Bells Toll’ en ‘Adventures of a Young Man’, speelt de film geen enkele rol. Dertig later echter schreef Dos Passos, ondertussen verschoven van het linkse naar het rechtse spectrum van de politiek, een serie memoires, mede met herinneringen aan het filmproject. Zijn gefictionaliseerde ‘Chronicles’ (in ‘Century’s Ebb: The Thirteen’s Chronicle’, 1975) ontberen nauwkeurigheid en alleen al de chronologische volgorde is net zo fout als die in de teksten van Ivens zelf over The Spanish Earth in zijn twee autobiografieën ‘The Camera and I’ (1966) en ‘Joris Ivens ou la mémoire d’un regard’ (1983).
In 1999 schreef kunshistoricus John Steen een soort dagboek van Ivens´ film, zodat tenminste deze chronologische volgorde eindelijk op een betrouwbare manier was gereconstrueerd.
De Amerikaanse auteur Stephen Koch baseerde zijn roman ‘The Breaking Point’ (2005) voornamelijk op Dos Passos’s herinneringen vol politiek gekleurde vooroordelen. Zijn roman probeert op een geromantiseerde wijze te reconstrueren wat er tijdens de opnames van The Spanish Earth gebeurde tussen de vrienden Hemingway en Dos Passos, waardoor het breekpunt van hun vriendschap ontstond. Koch: ‘I continue to rely on Century’s Ebb’, want volgens Koch ‘Dos Passos’s (lightly) fictionalized memory’ is ‘based on the vivid memory of a prime participant […] is surely as close to the nature and tenor of real exchanges as would be a more neutral account’. De beschrijving door Koch van Joris Ivens, John Ferno en Helen van Dongen is echter allesbehalve ´neutraal´ en is onhoudbaar, want het zit vol spannende onzin, waarmee een vals beeld wordt gevormd van een stel Nederlandse KGB-spionnen, gekleurd door Koch’s bevooroordeelde fantasie.
De TV-serie ‘Hemingway & Gellhorn’ (HBO, 2013) is eveneens gecentreerd rondom het bezoek van Hemingway, zijn minnares Martha Gellhorn, Joris Ivens en Robert Capa aan Madrid in het voorjaar van 1937. Dit script is niet gebaseerd op Dos Passos’s herinneringen, maar eerder op de brieven van Gellhorn. Amanda Vaills’s ‘Hotel Florida. Truth, Love & Death in the Spanish Civil War´ (2014) probeert de diverse standpunten in dit labyrinth in evenwicht te brengen. Maar Paul Preston, erkend deskundige op het gebied van de geschiedenis van de Spaande Burgeroorlog, constateert naast feitelijke fouten ook een Koude Oorlogsmentaliteit in haar beschrijving van alle betrokken mensen. Ook James Kellen probeert een synthese van alle bronmaterialen en standpunten te presenteren.
Maar wat alle auteurs, romanschrijvers en anderen ook proberen te reconstrueren, The Spanish Earth blijft de beste primaire bron.